Levensloop Marie Hubrecht

Marie werd in 1865 in Rotterdam geboren en groeide op in Den Haag (vader werd in 1869 secretaris-generaal van Binnenlandse zaken) in een gezin waar wetenschap en kunst hoog in het vaandel stond. Reizen en het leren van talen waren voor de kinderen een vanzelfsprekendheid. Marie reisde tussen 1890 en 1900 regelmatig door Europa. Ook neemt zij fragmentarisch schilderlessen. Zij denkt er ook over om een eigen kostschool op te richten. Een zwakke gezondheid en verplichtingen in het gezin weerhouden haar ervan serieus werk te maken van een carrière. Ook een huwelijk lijkt haar niet erg te lokken.

Als zowel vader als moeder overleden zijn en zij financieel onafhankelijk is, gaat ze in 1904 naar Parijs om daar verder te studeren bij de Noorse schilder Christian Krohg. Zij krijgt er een relatie met een Noorse, met wie zij zich in 1906 in Oslo vestigt. Nadat deze vriendin in 1910 overlijdt, wijdt Marie zich steeds meer aan de vrouwenbeweging en het lot van fabrieksmeisjes. Intussen heeft zij door de schilderlessen - vooral van de Noorse schilderes Harriet Backer - een zekere opleiding gekregen en maakt zij in opdracht regelmatig portretten. Hier is heel weinig van overgeleverd.

Marie Hubrecht rond 1912

Marie rond 1912 - foto Erfgoed Leiden

Na de eerste wereldoorlog krijgt zij een nieuwe missie: het decoreren van scholen om daarmee de opgroeiende jeugd een goed beeld te geven van de natuur en het ontstaan van de wereld. De eerste proeve daarvan is de schildering ‘Het Paradijs’ in de school van haar vriendin Valentine Dannevig in Oslo. Zie hier een foto op de site van Oslo Museum.

Door het succes hiervan ontwikkelt ze zich verder en richt zich op de meer wetenschappelijke variant, die ze zich eigen maakt door zelfstudie en adviezen van geleerden. Ze is bijna zestig jaar als ze de opdracht voor de wanddecoraties krijgt in het voormalige Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes.

Marie maakt de opzet van het Cambrium

Marie maakt de opzet van het Cambrium, het eerste deel van de cyclus voor het meisjeslyceum
foto Erfgoed Leiden

In 1913 en 1915 overlijden respectievelijk haar zus en broer en bestiert zij de familievilla het Witte Huis in Doorn. Haar zwervende bestaan speelt zich af tussen Doorn, Taormina (waar haar zus en schilderes Bramine bezittingen had) en Oslo. Ze maakt de illustraties voor haar boek ‘Verdwenen Werelden’ en noemt zichzelf in een krantenartikel in 1931 ‘paleontologisch schilderes’. Ze heeft haar niche gevonden. De relatie met Valentine Dannevig blijft tot haar dood in 1950. Marie Hubrecht wordt begraven op het terrein van het Witte Huis.

Grafsteen op het graf van Marie Hubrecht

Het graf op het terrein van het Witte Huis, gemarkeerd met de door haar gewenste zwerfsteen
foto Dicky van der Zalm